Volgende >>


Drie dagen Nederland 2024


Bezoek aan Gorinchem, de Linge en Waal, Kinderdijk en een molentocht op de Zuid-Hollandse eilanden.



Drie dagen Nederland 2024




De voorbereiding

Reeds eerder heb ik een tocht gemaakt langs de Linge. Doordat ik toen een hostel in Apeldoorn had geboekt, was de tijdsdruk oorzaak dat ik wat te snel door moest rijden. Daarom ga ik graag deze route nogmaals rijden, zij het op een wat langzamer tempo.

De weersomstandigheden zijn bedroevend. Veel regen en het blijft koud voor de tijd van het jaar, maar met Hemelvaartsdag en enkele dagen erna zijn de weergoden mij gunstig gezind. Ik ga een route bepalen aan de hand van Google Maps en maak daar een GPX van. Deze GPX pas ik,  zo goed mogelijk, aan voor de bromfiets.
Daar er op 11 mei een toer van de scooterclub is, combineer ik deze reis met de clubtoer. Het plan is om ergens in de buurt van Buren te overnachten op een camping en de volgende dag via de Lekdijk naar Kinderdijk te rijden. Vandaar naar Den Briel om een tweede overnachting te maken. De volgende dag is de clubtoer en deze start in Spijkenisse. Dus een prima rij-afstand en heerlijk op het gemakje te doen.
De Kymco heb ik voorzien van een volle tank benzine, volle tank tweetakt-olie en twee nieuwe banden. Luchtfilter gereinigd, bougie nagekeken en de achterrem bijgesteld. Daarna de scooter bepakt en in de garage weggezet. Morgen kan de reis beginnen.

Hemelvaartsdag donderdag 9 mei 2024

Het is 08.00 uur als ik de bepakte Kymco uit de garage duw. Ik druk op de startknop en de trouwe tweetakter reageert zoals altijd en start in één klik alsof het laat merken dat ook "hij" er zin in heeft. Eventjes rustig warmdraaien en dan van de standaard afduwen en op reis. Het is al veertien graden op de thermometer en prijs mezelf gelukkig dat ik voor het zomer-motorpak heb gekozen. Deze reis heb ik niets besproken en hoop dat er wel ergens plaats op een camping voor een trekkerstentje is. In ieder geval wil ik tenminste tot in de Betuwe komen en wellicht dat ik nog afbuig. Aan het einde van de middag zal ik zien wat ik doe. Voor nu ben ik de voor mij bekende weg naar de Zeelandbrug aan het volgen. 

De natuur is nu eigenlijk op haar mooist. Er is de laatste maanden veel regen gevallen en inmiddels zijn er al een paar dagen van wisselende weertypen geweest. Prima omstandigheden om een weelderige bloei van de flora te ontketenen. Bossage, weilanden, de akkers en de bermen komen weer tot leven. De menige plassen die op de landerijen stonden laten enkel nog een donker vlek achter in het landschap. Langs het Veerse Meer, in de buurt van Wolphaartsdijk, is de ochtendnevel net verdwenen. Ontelbare spinnewebben zijn nog gehuld in het dauwwater maar zullen spoedig hun werk weer kunnen doen waarvoor ze bedoeld zijn.

spinneweb met dauwdruppels

De Zeelandbrug doemt al snel op en op dit tijdstip zijn er nog weinig andere weggebruikers op deze rijbaan van de ruim vijf kilometer lange brug tussen de eilanden Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland. Dit is wel fijn omdat de bromfiets nu ongeveer 80 cm breed is en het fietspad op sommige delen net aan een meter. Eenmaal op de brug is Zierikzee nog in een blauw-grijze ochtendzweem gehuld. De totale oversteek duurt ongeveer negen minuten en hoe dichter Zierikzee bijkomt, hoe beter de contouren van deze prachtige stad zichtbaar worden. De nieuwe Kerk met de stompe toren, het spitse torentje van het oude stadhuis, de molen en de Zuidhavenpoort zijn duidelijk in de lage sky-line van deze historische stad waarneembaar.
De stad laat ik letterlijk 'links liggen' en neem een andere route dan gebruikelijk voor mij. Meestal blijf ik de ventweg van de N59 volgen, maar verkies nu een binnenwegroute. Deze route volgt hoge, oude binnendijken tot Sirjansland om daarna via het toeristengebied van Bruinisse weer bij de N59 te komen. Lekker rustig zonder druk autoverkeer en ondanks dat het Hemelvaartsdag is, bijzonder weinig fietsers.

De brug bij Bruinisse gaat net voor mijn neus open, dus rij ik even om via de tweede brug. Sinds de komst van deze tweede brug behoren de ellelange wachttijden tot het verleden en ook voor het langzame verkeer is het gemakkelijk deze sluizen te passeren. Het is laag water en de drooggevallen zee van de oostelijke Grevelingendam glinstert in de zon. Honderden vogels fourageren aanhoudend om een zeebanket bij elkaar te scharrelen. Enkele mensen staan in de verte wormen te spitten met de hoop om daarmee later ook nog wat uit de zee te kunnen vangen. In de verte probeert een zeilboot wat vooruit te komen op deze windloze dag terwijl deze door een motorjachtje wordt gepasseert. De 'genieter' staat open en met volle teugen kan er van worden genomen.

De weg buigt na de Grevelingendam af en leidt door een bos en wat binnendijken naar Oude Tonge. Als kind hoorde ik ooit iemand zeggen "Waar Oude Tonge, komen jonge". Hier begreep ik toen niets van, maar inmiddels begrijp ik dat het niets met deze plaats te maken heeft. Dit Zuidhollandse plaatsje is vanaf de Zeeuwse kant leuk om in te rijden. Als eerste de molen om dan dwars door het dorp met de laat-Gotische Kerk op de Kerkring en enkele leuke straatjes het centrum te verlaten. Dan volgt de noodzakelijke nieuwbouw en handelsgedeelte om weer het vlakke land in te rijden naar de N59. Inmiddels rij ik al geruime tijd en besluit even te stoppen om wat oefeningen te doen. Hiermee probeer ik het reizen wat aangenamer te maken; meer rustmomenten. Na een tiental minuten stap ik weer op en is de bloeddoorstroming weer normaal en kan er weer fijn verder gereden worden.
Na Oude Tonge en de snackbar draai ik de Oudelandsedijk op. Zelf noem ik dit de notendijk omdat er links en rechts van deze dijk notenbomen staan. Als deze rijp zijn, mag je ze plukken (max. 1 kg. p.p.). Halverwege deze dijk staat een bord met alleen een fiets daarop. Hiervan trek ik mij niets aan omdat dit een onjuiste plaatsing betreft. Aan het begin staat namelijk een bord dat deze weg doodloopt BEHALVE voor fietsers EN BROMFIETSERS. Dus het geplaatste bord met alleen de fietser kan genegeerd worden. Spoedig kom volgt het Hellgat met een prachtig natuurgebied met loslopende 'wilde' paarden en runderen. De natuur gaat daar zijn gang. Eb en Vloed, overvloed en honger, eten en gegeten worden; hier komt alles samen. Ondanks dat ik zojuist gestopt ben, stop ik weer om dit mooie schouwspel van de natuur, in welk jaargetijde ook, te bekijken.


Het laatste landelijke stukje voordat de verstedelijking zich aanmeldt, is de Hoekse waard. Dorpen waarvan de straten op deze Christelijke feestdag opmerkelijk verlaten erbij liggen. De mensen in dit gebied genieten van de rustdag evenzo dat ik geniet van deze dag. Mooi dat dit kan in een land als Nederland. Vrijheid is, met alle beperkingen die het heeft, toch een mooi goed.
Aangekomen bij de A29 moet ik deze op de paralelweg volgen en kom dan de Heinenoordtunnel in. Ondanks het fietsverbod rijden enkele wielrenners mij voorbij als we het eerste gedeelte van de tunnel berijden. Eenmaal beneden zal ik hun weldra weer inhalen en mogen zij naar lucht happend en hijgend mijn tweetakt benzinedampen inademen. Misschien dat het daarom niet toegestaan is om in de tunnel te fietsen ?

De verstedelijking begint serieuze vormen aan te nemen zodra de Heinenoordtunnel genomen is. Barendrecht, Hendrik Ido-Ambacht, Papendrecht en Sliedrecht volgen elkaar in snel tempo op. Rijden naast de A29 met links de betonnen geluidswal van deze weg en rechts een groene 'buffer' zone als park voor de aangrenzende woonwijken. Voor een stedelijk gebied niet zo heel onaardig om door te rijden. Het is groen maar verre van natuurlijk en na deze gordel van gekunseld buitengevoel bereik ik de rivierdijk van Hardinxveld-Giessendam. Het is weer eens tijd voor een pauze. Aan de rivierdijk staan vele bankjes en is het daarop met inmiddels ruim 18°C goed vertoeven. Even wat drinken en eten uit de proviandtasjes die linkse en rechts naast de trouwe tweewieler hangen. Met zicht op de Merwede en het vaarverkeer daarop, en het aan de andere oever liggende poldergebied komt het besef dat juist deze dingen het leven veraangenamen. Met dit in gedachte vervolg ik de reis en nadert de eerste stop Gorinchem, ofwel in de volksmond Gorkum.


Het is kwart over twaalf als ik de contouren van de Sint-Janstoren van Gorkum zie. De prachtige bloemendijk langs het kanaal van Steenenbroek met woonboten, rietkragen en pleziervaartuigen zorgen voor een extra mooi beeld van deze stad. Een stad die ik altijd voorbij rijd als ik met de auto ben. Meestal op doorreis naar de richting Utrecht of Tiel en dan valt het totaal niet op dat deze stad best wel een bijzonderheid is. Gorkum is een vestingstad waarvan de vesting nog bijna geheel in takt zijn. De route is zodanig gepland dat de oude binnenstad doorgereden wordt. Hierdoor kan in een betrekkelijk korte tijd een indruk opgedaan worden. Deze indruk zal mede bepalen of op een later tijdstip deze stad eens bezocht wordt, eventueel in combinatie met een vakantie.
Gorkum is zeker een vervolgbezoek waardig. De oude binnenvesting, de Lingehaven en de grote haven met talloze prachtige bezienswaardigheden en monumenten staan op deze zonnige dag er uitnodigend bij. De terrassen zijn gezellig druk en ook aan de waterkant van de Boven-Merwede is het een gezellige en ontspannen boel. Zeker zal ik Gorkum nog eens gaan bezoeken maar voor vandaag heb ik overtuigend genoeg gezien daarvoor. Vandaag wil ik de Linge en de Waal verder gaan ontdekken en dan komt het goed uit dat de Linge hier uitmondt.

Via Arkel volg ik de Lingedijk naar Kedichem en rij meanderd verder met de rivier mee. De rivier is niet breed en soms ben je er wel wat verder er vanaf, maar de omgeving is prachtig. Af en toe stop ik even met rijden voor het nemen van een foto of gewoon even te kijken. Er is alle tijd om het rustig aan te doen en gelukkig is vandaag de Lingedijk niet te druk. Ook op het water is het rustig en dat verwacht je dan niet. Natuurlijk zijn er watersporters te zien die in een sloep, jacht of kano de Linge vanaf het water zien, maar de grote getale zijn niet aanwezig. Nu blijkt dat de Linge over grote delen ook niet bevaarbaar is voor gemotoriseerde schepen, dus dit zal ongetwijfeld een reden kunnen zijn.
Aan de oevers van de Linge is er veel natuurgebied. Dit gebied loopt niet meer onder zoals bij de grote rivieren wel het geval is. De Linge is nog wel een rivier, maar wordt gecontroleerd door enerzijds een gemaal (inlaat Pannerdinge) en anderzijds sluizen en een waterverloop via kanaliseren. Toch blijft het een mooi gebied.



De stad Leerdam, beroemd om de glasblaasindustrie en kunstnijverheid, is in aantocht. In de buurt van het Nationaal glasmuseum stuit ik ineens op een kunstwerk dat een prieel of soort van tempel is. Het staat aan de de oever van de Linge. Door een qr code te scannen dat op het paaltje naast het werk staat, wordt er informatie op de telefoon weergegeven. Het blijkt een kunstwerk van Hans van der Pennen dat in opdracht van de stad Leerdam is gemaakt. Dit kunstwerk is als onderdeel van de manifestatie Leerdam, 225 jaar Glasstad, dat dateert uit 1990. Deze tempel is één van de elf elementen en tevens de belangrijkste.


Als langzaam verkeer deelnemer zijn er onderweg enorm veel bijzonderheden waarvan zoiets als dit kunstwerk er één van is. Ineens doemen ze op en worden een onderdeel van de beleving; mits er oog voor is. Bij iedere bijzonderheid kan er een keus gemaakt worden om te stoppen, er meer over te weten te komen of door te rijden. Het kan ook een doel of onderdeel van een andere reis worden. Het fort bij Asperen is hiervan een mooi voorbeeld. In een eerdere tour ben ik wel even gestopt, maar het fort niet bezocht. Vandaag ga ik dit wel doen.
Het is wat lastig om een parkeerplaats te vinden voor de zwaar beladen scooter maar een stukje verharde berm biedt uitkomst. Het fort is voor bezoek geopend en bovendien gratis. Het idyllisch gelegen fort is onderdeel van het Unesco werelderfgoed 'Hollandse waterlinie'. Het is een zogeheten torenfort met daaromheen een gracht. Door de loopbrug is het fort te bereiken. Het drie verdiepingen tellende bakstenen gebouw bestaat uit buitenmuren van anderhalve meter dik en binnenin zijn onder andere slaapvertrekken, een apotheek en ziekenboeg, een keuken en een reservoir voor de opvang van regenwater aanwezig. Uiteraard diverse vertrekken voor de ruim 200 koppige bemanning, stalling voor paarden en opslag voor artelleriegeschut. Bovenop het fort is er een mooi uitzicht over de Betuwe en de sluizen van Asperen.



Na een halfuurtje stap ik weer op. Hoewel het fort gratis te bezoeken is, is er wel mogelijkheid tot het geven van een fooitje. Een prima concept want zo geef je wat je het waard vind en zal het zeker goed besteed gaan worden. De kymco staat klaar voor het volgende deel. Het eerste plaatsje is Acqoy, bekend om de toren die als sinds de bouw scheef staat. Nog steeds wordt de Lingedijk gevolgd en hoewel er een bord staat dat de doodlopende weg niet geldt voor fietsers en bromfietsers, loop ik toch vast. Het fiets-voettunneltje waar ik door zou moeten is door ruimtebeperkende maatregelen dusdanig smal, dat ik met mijn scooter niet er door kan. Er zit niets anders op dan even terug te rijden en via een 'blokje om', weer op de juiste weg te komen. 

Nog steeds blijf ik de Linge volgen en via wat dorpen zoals Rhenoy en Rumpt is Beesd de volgende stad. Beesd zal waarschijnlijk een alleraardigst plaatsje zijn, maar je kunt ook niet altijd uitgebreid stoppen. Hoewel het nog vroeg in de middag is besluit ik door te rijden en kom aan bij het landgoed Mariënwaardt. Een groot landgoed met landerijen en opstallen waar heerlijk doorheen gereden kan worden met de (brom)fiets. Prachtige bossen afgewisseld met landerijen die gescheiden worden door kaarsrechte lanen en sloten. Uiteindelijk kom ik aan het einde bij een plek waar je kunt zwemmen in de Linge. Daar alles met water niet mijn voorkeur heeft (o.a. regen, sneeuw en watersporten) laat ik deze kans aan mij voorbij gaan.
Vanaf deze zwemplek rij ik op een lommerrijke dijk aan de Linge die hier heel toepasselijk Appeldijk heet. Links en rechts staan oude bemoste hoogstam appelbomen waarvan de meeste met de bloesempracht die vandaag in volle hevigheid is te bewonderen. Misschien in de nazomer appels gaan plukken ?

Met de Linge als natuurlijke navigatie bereik ik Geldermalsen. Het kleine overzichtelijke centrum laat ook een schattig pittoreske indruk achter. Het is vroeg in de middag en nader de geplande eindbestemming. Ik heb echter nog geen zin om een camping op te zoeken maar nog te rijden. Op een bankje met zicht op de Linge neem ik de telefoon ter hand en ga een globale volgroute uitstippelen. ik besluit de Linge te blijven volgen tot Wadenoijen en dan naar de Waal te rijden. De Waal kan ik dan blijven volgen tot Waardenburg en dan weer terug naar Geldermalsen. Alzo gezegd ben ik weer opgestapt. 
In de buurt van Varik ben ik op de Waalbanddijk gaan rijden. Deze dijk ligt langs de gehele Waal en doemt in nagenoeg iedere plaats die aan deze rivier gelegen is op. Helaas is op vele plaatsen deze dijk wegens werkzaamheden afgesloten. De duidelijke wegomlegging is eenvoudig te volgen en soms kom je dan ook weer zaken tegen die je anders niet had gezien, zoald dit alleraardigst kerkje in de buurt van Waardenburg.


Door de werkzaamheden aan de Waaldijk heb ik deze niet dikwijls kunnen zien, maar de omgeving is evenzo om heerlijk doorheen te rijden en met volle teugen van te genieten. Het is nog steeds te vroeg om een camping te zoeken en daarom ga ik mijn reisplan wederom bijstellen. Het is prachtig weer geworden en de thermometer tikt inmiddels de 20°C bijna aan. Ineens zie ik aan de overzijde van de rivier Zaltbommel liggen en bedenk me daar al eerder geweest te zijn. Misschien nogmaals bezoeken ? Ik pak de navigatie erbij en zie hoe kortbij 's-Hertogenbosch en de Maas ligt. Zal ik de Lingeroute, die inmiddels tot Lingelerwaal-route is omgedoopt met nog een rivier aanvullen ? Ja, waarom niet.
Het is niet moeilijk om de route over de Martinus Nijhoffbrug bij Zaltbommel te vinden en vandaar de stad Zaltbommel door te rijden. Prachtig centrum met veel monumenten en natuurlijk de Sint Maartenbasiliek die als stoere stomptoren de wacht over de stad en de rivier heeft. Via, via en binnendoor kom ik op de paralelweg van de A2 die ik blijf volgen tot over de Prinses Irenebrug. Bij Treurenburg, een chauffeurscafe bij Den Bosch, stop ik voor een koffie. Inmiddels is het toch al over de klok van vier uur, dus misschien toch tijd om een camping op te zoeken. Google biedt uitkomst en na de koffie volg ik de Maas op weg naar Gewande, een gehucht in de buurt van Rosmalen.

Rond half vijf passeer ik het hek van de mini-camping Ter Drucht en wordt meteen aangesproken door de eigenaresse. Een alleraardigste vrouw die in eerste instantie geen plaats voor mij heeft, nou ja, als ik wil kan ik bovenaan een plekje innemen. Mij best, ik heb niet gereserveerd, dus een plek is een plek. Dan valt haar oog op een plaats tussen een caravan en camper waar ik ook met mijn kleine tentje zou kunnen staan. Daar ga ik dan maar voor want de dijk ligt schuin en je tent en bed staan dan ook schuin. Dits is niet zo fijn, dus de rechte plaats gaat het worden.
Ter Drucht is een alleraardigste camping met voldoende kwaliteiten om de nacht door te brengen. Zeker voor trekkend kampeergasten met kleine tentjes is dit een uitstekende uitvalsbasis. Prima douches die voldoende warm zijn en veel water geven (regendouche). Schoon sanitair en in het midden van de camping een overdekt zitgedeelte met gezamenlijke keuken die voorzien is van veel gemakken. Deze mag gebruikt worden en natuurlijk zorg je dat het weer netjes afgewassen is na gebruik. Verder een houten rondzit met centrale houtstookplaats waar het op deze wat killere avond goed vertoeven was. Uiteindelijk was het 22.00 uur toen ik mijn spijkerbroek verruilde voor de pyama. Het was een mooie dag.


Vrijdag 10 mei 2024

Vroeg was het toen ik wakker werd, het zonnetje was ook al op. Ondanks dat er behoorlijk wat kinderen op de camping zijn, heb ik daar niets van gemerkt. Natuurlijk slaap je in een tent anders dan in je eigen bed thuis, laat ik hier niet romantisch over zijn. Maar voor de kosten van een camping, in dit geval € 13,50, en de vrijheid die je daarbij hebt, zijn er weinig andere comfortabelere accomodaties te vinden. Ho(s)tels garanderen ook niet altijd een goede nachtrust; en dat schrijf ik uit eigen ervaring.
Lekker vroeg opstaan op een camping heeft als voordeel dat de douches nog vrij zijn, dus dat eerst maar doen en daarna aankleden. Brood en beleg heb ik in de proviandtassen aan de zijkant van de scooter en met de ter beschikking staande waterkoker is een kopje thee snel gezet. De camping ontwaakt langzaam als ik aan het ontbijten ben. Na de gigantische afwas (een mes) besluit ik een stukje te gaan wandelen. Er was vannacht wat dauwval en met het zonnetje op de tent kan deze lekker drogen vooraleer ik opbreek.


Een korte wandeling brengt mij bij een restaurant dat aan een natuurgebied is gelegen. Het natuurgebied is toegankelijk er is een uitkijktoren dat uitziet op de Maas. Het is stil. Alleen natuurgeluiden van de vogels en wat geritsel van bladeren verstoren deze rust. Een ontspannender begin van de dag kan ik me niet voorstellen. In de verte hoor ik de koekoek en enkele watervogels drijven op het rimpelloze water aan de oever. Een reiger staat roerloos gefixeert in het ondiepe water te staren op zoek naar een zwemmend buffet terwijl een kwikstaartje met zijn typerende vleugel-kwinkslag naar zijn vliegend buffet op zoek is. Wat is Nederland mooi, wat is natuur toch mooi!


De terugweg is gelijk aan de heenweg, hoewel gelijk ? Ik bemerk dat ik mijn gevoel anders is, rustiger en nog meer ontspannen. Op de camping is het grootste gedeelte van de gasten al bezig het ontbijt klaar te maken. Kinderen zoeken elkaar weer op en ouders lopen heen-en-weer naar het sanitairgebouw al roepend dat zoon of dochterlief eerst moet tandenpoetsen. De tent is droog en ik begin met inladen en afbreken van de stoffen woning. Een half uur later is alles gepakt en op de scooter geladen. Ik zie een auto-voetpomp liggen en controleer even of de banden op voldoende spanning staan. Ze zijn immers eergisteren vernieuwd en men weet nooit. Er zit voldoende lucht in dus kan met een gerust hart starten en verder op route.

Daar ik gisteren de route heb gewijzigd heb ik besloten de geplande route iets te veranderen. Vanaf de camping zal ik door het land van Maas en Waal naar Beneden-Leeuwen gaan om via de Prins Willem-Alexanderbrug in de richting van Wijk bij Duurstede te gaan. De bedoeling is om aan de overkant daarvan via de Lekdijk naar Kinderdijk te rijden. Dit is vanaf het kruispunt van de vaarwegen Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek. Via Empel, Hedel en Velddriel bereik ik Rossum. Vanaf hier ligt een prachtige weg van ruim vijftien kilometer door het land van Maas en Waal.
Op sommige plaatsen is deze land-engte nog geen kilometer breed. Het is een prachtig gebied om doorheen te rijden. De weg is op vele plaatsen niet toegankelijk voor motorvoertuigen, maar gelukkig wel voor motorrijtuigen zoals brommers. Even voorbij Heerewaarden draait de Maas weg naar Lith maar blijft deze dijkweg de Waal volgen. Het heet niet voor niets de Waalbanddijk.
Na deze mooie rit kom ik bij de brug en de navigatie is stellig dat vanaf de Waalbanddijk de brug bereikt kan worden. Voor fietsen is dat misschien wel het geval, maar om een volbepakte scooter die nu ongeveer 160 kilogram weegt via een trap met rijgoot naar boven te duwen, lijkt mij geen goed plan. Met behulp van navigatie en een goed ontwikkelt oriëntatiegevoel bereik ik via de woonwijk van Beneden-Leeuwen de oprit van de brug over de Waal. Na de brug ga ik meteen binnendoor via Medel en Maurik om in de buurt van Rijswijk op de Lekdijk te geraken. Ook dat lukt.


Met de scooterclub hebben we ooit eens kleine stukjes langs de grote rivieren gereden. Nu ga ik een heel groot stuk erlangs om uiteindelijk in Kinderdijk te eindigen. Kinderdijk ken ik enkel van foto's, aanzichtkaarten en TV. Ik heb het nooit bezocht, dus voor alles moet een eerste keer zijn. Via Ravenswaaij en Beusichem rij ik Culemborg binnen. Een alleraardigste stad met vele monumentale gebouwen en een gezellig ogend centrum. Volgens mij wel een plaatsje om eens naar toe te gaan als ik nog eens in de buurt ben. Voor nu blijf ik de dijk volgen en tuf met een gangetje van 35 à 40 kilometer verder door dit prachtige landschap.

Links en rechts van de Lekdijk zijn er uitgestrekte velden en poldergebieden. Geen hoogbouw of grote steden. Een molen, een kerk of watertoren zijn de enige objecten die boven de bomen uitsteken. Na Culemborg is het fort Everdingen en even verderop het plaatsje met dezelfde naam. Dit plaatsje is wereldberoemd in Nederland doordat het dikwijls genoemd wordt in de fileberichten. Aan de gehele Lekdijk zijn leuke, verrassende en soms idyllische plaatsen en kleine steden. Sommige plaatsen zijn gehuchten of buurtschappen en ook wat her-en-der verspreide dijkwoningen zijn onderdeel van deze fantastische omgeving.
Nog zo een beroemde stad: Vianen. Iedereen kent het van de fileberichten maar niet iedereen, ik incluis, weet dat het zo een pittoresk stadje is. Via de Lekdijk passeer je bijvoorbeeld de Lekpoort; een pracht van een monument.


Weer iets om te onthouden voor een stadsbezoek. Kan misschien mooi in combinatie met Culemborg. Hoewel het best wel eens druk in dit soort kleine steden kan zijn, verwacht ik geen massatoerisme. Overigens is het vandaag ook in het geheel niet druk. Niet met fietsers of wielrenners (en ja, deze twee zijn niet gelijk), niet met auto's, motoren en overige verkeer.
Rond half een passeer ik Ameide en besluit hier wat inkopen te doen voor de lunch. Bij de plaatselijke supermarkt zijn sandwiches en een flesje frisdrank ruim voorradig en worden aangekocht. Even buiten het dorp, op een bankje met rivierzicht, geniet ik van de gekochte lunch en het onbetaalbare uitzicht. Lekker in het zonnetje bij een graadje of tweeëntwintig is het goed toeven.
Langer dan gebruikelijk blijf ik zitten en geniet van alles rond me heen. Fietsers die vriendelijk en goedgemutst mij begroeten, motorrijders die hun handje opsteken omdat zij denken dat ik ook een motor bestuur. Andere motorrijders die voorbijrijdend nog even wat extra gas geven ? Waarom in hemelsnaam ? Ik ben niet onder de induk ! Een enkele wandelaar die over de niet beboomde dijk rijkelijk transpirerend verder loopt. De scheepvaart op de rivier en een enkele watersporter. Het is genieten van wat er zich aan het oog voorbij glijd.


De reis wordt verder hervat in de wetenschap dat Kinderdijk nog maar twintig kilometer verwijderd. Op een bepaald ogenblik zie ik een bekende torenspits aan de andere zijde van de rivier. Het is de Schoonhoven wat daar ligt en de torenspits is van de watertoren. Een markante verschijning uit het begin van de 20e eeuw. Ook een leuk plaatsje en misschien ook meenemen in Culemburg, Vianen, Schoonhoven.......
Na Streefkerk doemen de eerste drie watermolens op. Inmiddels weet ik dat het niet mogelijk is om met de brommer in de buurt van de Kinderdijkmolens te komen. Misschien hier wel, dus even op onderzoek. Helaas is hier ook de bromfiets niet gewenst, dus maak ik even een ommetje en kom weer terug op de Lekdijk.


Het wordt alsmaar drukker op de Lekdijk en realiseer me dat ik in de buurt van Kinderdijk moet zijn. Bij een bus & camper parking besluit ik al te stoppen. De molens zijn vanuit hier prima zichtbaar en nog geen vijfhonderd meter liggen enkele riviercruiseschepen met drommen mensen die van- en aan boord gaan. Waar ik sta is het nog betrekkelijk rustig en kan op deze manier wat foto's nemen. Het is zeker indrukwekkend wat ik voor de lens krijg. Negentien molens die in een polder bijeen staan is een fantastisch zicht. Ik begrijp dat de horden touristen uit alle delen van de wereld dit UNESCO werelderfgoed willen bekijken.


Na dit geweldig staaltje vaderlandse vernuftheid aanschouwd te hebben, ga ik verder en de drukte in. Files van auto's, bussen, campers, streekvervoerders in het dorp. Het blijkt echter voor de veerpont naar Krimpen a/d/ Lek te zijn. Laverend tussen het verkeer door en veel fotograferende en selfies makende toeristen ontwijkend, geraak ik het dorp uit en ga bij Alblasserdam de Noord over. Nog even door wat poldergebied rijden en dan de verstedelijking in. Op rij: Barendrecht, Rhoon, Poortugaal, Hoogvliet en Spijkenisse. Over de Spijkenissebrug en langs het punt waar morgen een molentocht start die uitgezet is door één van de leden van de scooterclub.
Bij Spijkenisse rij ik door het Hartelpark en via Geervliet, Heenvliet, Zwartewaal naar Brielle. Vandaar nog twee kilometer naar de camping in Tinte.

Het blijkt een mini-camping met paardenfaciliteiten te zijn. Deze kleine camping heeft nog plaats op het tentenveldje. De eigenaar kent Vlissingen nog uit zijn jonge jaren omdat hij daar op de zeevaartschool heeft gezeten. Rond half vijf stond de tijdelijke woning weer rechtop.


Vandaag kook ik zelf even een potje. Instantpasta en tomatensoep. Het vult de maag en met een wijntje erbij smaakt het best. Morgen de molentoer en de terugreis naar huis. Van de molentocht zal verslag gedaan worden en ondergebracht worden in de rubriek 'dagtochten'. Na de molentocht zal ik de bekende weg naar huis rijden via de Grevelingendam, Brouwersdam, Oosterscheldekering, Veersedam.





rondreis ± 560 km.