Volgende >>


Dagtocht Ronde van Vlaanderen


Een kennismaking met een mooi en onbekend stukje België



Dagtocht Ronde van Vlaanderen




Dagtocht ronde van Vlaanderen

Toen in april de wielerklassieker "de Ronde van Vlaanderen" verreden werd, zat ik met interesse naar de samenvatting te kijken. Niet dat ik een wielerfanaat ben of überhaupt enige sportinteresse bezit, maar de beelden die vertoond werden spraken mij aan. Heuvellandschappen en kasseienwegen, smalle boerenwegen en alleraardigste dorpen en steden.
Een paar dagen later googelde ik op de route en zag dat dit eigenlijk best redelijk te doen zou zijn voor een toertocht op de scooter. De start in dit jaar was in Antwerpen en de finish, zoals altijd, in Oudenaarde. Mooie beeldendie mij nieuwsgierig hebben gemaakt, dus eens bezien of het mogelijk is een deel van deze ronde op de brommer te rijden. Ik wil klimmen met de Kymco om te weten of die dat kan. Dus als ik bij de klimmen begin.....
Een route die op een motorroute website staat wekt mijn interesse en met een beetje aanpassingen zou ik deze wellicht met de brommer kunnen rijden. Ik besluit in de buurt van Gavere te beginnen met de route en te eindigen in Deinze. Vanaf mijn huis betekent dit de veerpont Vlissingen-Breskens en dan in de richting van Gent. Ruim een maand na de wielerrit, op maandag 9 mei wel te weten, rij ik om 06.45 uur de veerpont op die mij in een kleine 20 minuten naar Breskens vaart.
Het belooft een prachtige dag te worden. Nu nog is het fris maar, met de handvat verwarming aan, goed te doen. Op het veerplein in Breskens installeer ik de gsm en geef opdracht de route op te nemen. Om 07.10 uur rij ik weg via de route die ik op maps heb samengesteld naar het beginpunt. Op dit tijdstip rijden heeft als voordeel dat er weinig andere weggebruikers zijn. Via Schoondijke en IJzendijke gaat de weg naar Watervliet, waar ik de Nederlands-Belgische grens oversteek.


Na de plaatsen Kaprijke, waar een gevaarlijke gelijkvloerse kruising met de kustweg is, en Lembeke, kom ik westelijk van Gent. Hier blijf ik de R4 naast het kanaal volgen. Wat me op dit fietspad opvalt is, dat er veel pedalecs in deze omgeving rondrijden. Deze elektrische fietsen die tot 45 km/h trapondersteuning hebben, worden ook nog eens opvallend veel door vrouwen bereden. Bijna iedere bestuurder draagt een geel veiligheidsvest en helm. Een prima outfit in deze omgeving, want de kruisingen en het wegverkeer zijn druk. Ik besluit hier mijn nieuwe (opzichtige) daglichtlampen aan te zetten. Dit helpt om het verkeer dat van allerlei afritten en toeritten komt te attenderen op mijn komst. Wellicht dat de blauwe kleur hieraan bijdraagt......

Via de N60c verlaat ik de randweg rond Gent en stop bij een benzinestation om zowel de Kymco als de reserve jerrycan met goedkopere Belgische benzine te vullen. Al met al bespaart dit zoveel t.o.v. de Nederlandse prijzen dat de kop koffie die ik erbij koop 'als gratis voelt'. Ik blijft tenslotte een 'Ollander' en 'zuunige Zeeuw'.
Op een bepaald moment verlaat ik de hoofdweg en ga binnendoor naar de Schelde. De rivier die ik alleen ken vanaf Antwerpen tot Vlissingen en hier ziet hij er kalm en mooi uit. Heel anders dan onze grote rivier dat natuurlijk te maken heeft met de aanvoerverschillen van het water. Aan de oevers is te zien dat de Schelde ook hier nog steeds een getijderivier is. Iets dat ik me nooit zo heb gerealiseerd.


Hoewel het jaagpad breed is, mogen er officieel geen bromfietsen categorie B rijden. Er mag wel plaatselijk verkeer rijden. Even voordat ik de camera ter hand had, laat ik een groep van een stuk of dertig wielrenners met begeleidende auto passeren die behoorlijk snel gaan. Als dat mag, dan mag een toerist op een brommer misschien..... Ik besluit de gok te wagen en het stuk tot Gavere over dit pad te gaan. Vandaar over de Steenweg in zuidelijke richting en dan de N435 op en over de brug van de derde jagers te voet. Op deze plaats lag altijd een brug en die is in de beide wereldoorlogen vernield geweest. De huidige brug dateert van 1970 en dank haar naam aan het regiment dat in WOII als laatste stelling nam in dit gebied.


Nog steeds rij ik in zuidelijke richting. Het zonnetje schijnt nu volop en de handvatverwarming is al een tijdje uit. De zon staat nu al redelijk hoog aan de hemel waardoor deze niet mee tot last is (zonnebril ligt nog thuis op de kast). De weggetjes worden smaller, rustiger en de omgeving gaat glooien. De eerste heuvel is de Molenberg met slechts 57 meter die ik rond rijd. Leuke smalle boerenweggetjes waarbij je ineens verrast wordt door bizons.



Prachtige noestige beesten die ik nog nooit van zo dichtbij heb gezien. Ze ogen vriendelijk en hebben een bepaalde geur. Sommigen zullen vinden dat ze stinken, maar laten we het houden op "stalgeur". Onderweg is het mij opgevallen dat ik in België meer geuren ruik dan in Nederland. Mest dat nog gewoon op het land wordt uitgereden (in Nederland ingespoten), enorm veel fluitekruid en bloeiende (en geurende) bomen en (on)kruiden langs de bermen. Het zijn misschien niet altijd de prettigste geuren, maar enorm onaangenaam vind ik het ook niet.

De eerste redelijke klim is de Marlboroughstraat. Hier bemerk ik dat het van 'vals plat' over gaat in 'wat klimmen'. Het glooiende terrein wordt wat heuvelachtiger en een stijging van bijna 5% is een leuk begin van deze 'ronde van Vlaanderen'. De volgende is de Pottenberg die al redelijk wat meer stijging kent; hoewel het slechts even kort 7 tot 9% is. Meteen gevolgd door de Leberg die al op sommige stukken 10% aantikt. Hoewel de scooter zich goed houdt, zakt hij toch wel terug. In combinatie met mijn verminderde snelheid (omdat ik ook wil genieten van de omgeving) daalt de snelheid wel eens tot 30 km/h of lager. Naar beneden (10-11% daling) probeer ik zoveel mogelijk de snelheid eruit te halen door te remmen (met tussengas voor smering).


Naast het klimmen en dalen zijn er ook nog de kasseienwegen of zoals men ze hier benoemd: "kasseistroken". Mijn idee dat deze alleen spekglad zijn tijdens regen stel ik al snel bij. Het is al weken droog weer en als één van de weinige auto's mij passeert, stoft het aardig. Toch zijn de kasseien glad door het jarenlange gebruik en erosiepolijsting. Door verzakkingen, verschuivingen en omdat de stratenmakers destijds nogal wisselend werkten, is bij de ene kasseienweg de ruimte tussen de stenen groter dan bij de andere. Ik benijd de wielrenners die eroverheen fietsen niet; dan hadden ze maar een andere hobby moeten kiezen of een vak leren !

Over hobby's gesproken, naast scootertochten is bierbrouwen ook een hobby van mij. Onderweg kom je, zeker in België, dus ook wel eens een brouwerij tegen. De Roman brouwerij is de oudste brouwerij van België (sinds 1545). Er wordt Roman Pils gebrouwen maar ook speciaalbieren zoals Ename, Gentse Strop en Adriaen Brouwer. Het is ook nog een mooie brouwerij; een plaatje waardig.


Meteen na de brouwerij ga ik de Varent op en krijg ik dalingspercentage van 13% op kasseien voor de broek. Rustig aan en vooral niets overhaasten is mijn idee. Veilig kom ik beneden aan en heb dan enkele tientallen meters vlakke weg voordat ik het volgende klimmetje ga krijgen. Ditmaal zo een 50 hoogtemeters overbruggen maar wel langgerekt. Ik ga steeds meer begrip krijgen voor de zwaarte van dit soort toeren die door sportievelingen op een (niet geveerde) wielrenfiets (met dunne bandjes) worden verreden.
Bij een kruispunt, bovenop de heuvel zie ik een molen die mijn aandacht trekt. Hoewel iets uit de route, wil ik wel even gaan kijken. Het is een vierkante houten molen met een ronde onderkant. Geheel omzoomd met een haag. De molen staat prachtig op deze plek in Etikhove, hoewel de molen eerst in Impe stond en na een vervalperiode hier weer is opgebouwd.




De molen kijkt uit over Oudenaarde en na wat rondgelopen te hebben, ga ik dezelfde route terug als dat ik naar de molen ben gereden. Vanaf hier is het een mooi uitzicht over het heuvelachtige gebied. Het vervoersmiddel van weleer (en luxegoed van heden) doet dienst als fotomodel i.p.v. mijn scooter.


Via de klim naar de Taaienberg met 14% over kasseien daal ik daarna weer geleidelijk om dan weer geleidelijk op de Stationsberg te geraken. Ook dit traject is volledig van kasseien voorzien. Vanaf daar ga ik weer de daling inzetten over kasseien, zodat ik ruim 3 kilometer over de kasseien heb gereden. Ik mag hopen dat alle schroeven en onderdelen nog aan de scooter zitten. Daarna volgt er weer een klim van boven de 10% naar de Ladeuze en de Achterberg om via de Vlaamse Ardennerdreef in Oudenaarde uit te komen. 

Het is nu half twaalf en doe bij de plaatselijke Colruyt even wat boodschappen voor de lunch. Op maandag is er niet veel open onderweg en persoonlijk vind ik het nog wat vroeg om te lunchen. Ik rij even door Oudenaarde en moet eerlijk zeggen dat dit de zoveelste verrassing van vandaag is. Het is een prachtig centrum met een heel groot en open plein met mooie oude gebouwen. Zal daar nog wel eens terecht komen; "zeker en vast" zoals de Vlamingen zeggen.




Na het korte stadsbezoek, dat ook zeker de moeite waard is duurt het even voor ik weer op de goede weg zit. Uiteindelijk lukt het me om via een hele smalle tunnel (spiegels inklappen) onderdoor het spoor de stad te verlaten in de richting van de Koppenberg. Ik heb wel eens gehoord dat dit voor de renners een hele uitdaging is vanwege het stijgingspercentage over kasseien. Helaas ervaar ik dat in het geheel anders. De 77 meter zijn goed te doen en de scooter heeft allerminst problemen en kasseien? Waar?
Eenmaal boven draait de weg naar links en zit ik ineens op de kasseien en lijkt het of even verder de weg ophoud te bestaan. Een bankje aan de kant van de weg is mijn redding en besluit in het heerlijke zonnetje, inmiddels is het al ruim 20°C, mijn lunch te nuttigen. Een prachtig uitzicht en een serene rust. Alleen het geluid van kwetterende vogels die bezig zijn hun nestjes te bouwen. Ik zet de genieter open!


 

Na 20 minuten genieten van de wonderschone natuur ben ik weer opgestapt voor het volgende traject richting het Waals gewest. Dit traject verloopt zeer geleidelijk zonder noemenswaardige stijgingen en afdalingen. Via de Rotelenberg, Walkenaarsweg, Pladutse, Pladutsestraat en de Driesstraat draai je de Stooktestraat op. Even later linksaf de Paterbergstraat in en dat is weer een serieuze jongen. Volledig kasseien en stijgingen tot 18%. Dan rechtsaf en blijven klimmen op 4% tot 111 meter waarna de geleidelijke afdaling naar de N36 volgt. En hoewel alles asfalt is, kan er geen snelheid op de smalle landwegen gemaakt worden. Continu remmen met tussengas geven blijft nodig voor veiligheid en motorsmering.
Onderweg nog een leuke verrassing. Een watermolen in de buurt van Ronse, die af en toe, ook nog op waterkracht draait.


Vanaf de Ronsebaan brengt de route mij naar de Oude Kwaremont. Een heuvel die altijd tenminste één keer in de ronde van Vlaanderen genomen moet worden. Het betekent 2 kilometer klimmen met deels kasseien, afzakken naar Kluisbergen om dan via de nieuwe Kwaremont weer honderd meter te stijgen. Dan weer af te dalen en tegen de Knokteberg klauwteren die twee stukken van 9 tot 11% stijging kent. Voor de brommer een redelijke klus en ik blij dat ik niet trappen moet. Het blijft in deze omgeving stijgen en dalen met behoorlijke percentages en eenmaal voorbij Mont-de-l'enclus (de Kluisberg) is de temperatuur opgelopen tot boven 25°C. Inmiddels is het ook wel tijd voor een verfrissende versnapering. Bij een café/magasin bestel ik in mijn beste Frans een heerlijk biertje en al badend in de zon drink ik dit op het simpele terras op. Enkele stamgasten zijn heerlijk aan het praten en ik hoef mijn ogen niet te sluiten om me in Frankrijk te voelen. Toch is het België, maar alla! C'est La Vie!

Rustig drink ik de Omer blond op want bij deze temperaturen kan iets zomaar naar het hoofd schieten, en ik heb nog een heel stuk te gaan. Rond tweeën stap ik weer op nadat ik de gastvrouw bedankt heb en ben nog geen 50 meter verder of ik mag tegen de Mont Enclus (de Kluisberg) opboksen. Het steilste stukje van 100 meter is 14,8%. Zwaarder dan het alcoholpercentage van mijn zojuist verorberde bier.
Aan de top van de 141 meter hoge heuvel gaat het ook weer rap naar beneden met ruim 16% als sterkste daler. Ik rij Kluisbergen binnen en laat het Kluisbos en de meeste heuvels achter me en daal weer af naar de Schelde die ik aldaar oversteek. De ronde van Vlaanderen zit er qua bergetappes op.

Op het gemak neem ik de weg naar de richting van Deinze. Dit is over het algemeen langs N wegen afgewisseld met stukjes binnendoor wegen.
Op een bepaald ogenblik zie ik zwarte rook dat er erg onheilspellend uitziet. Het is een vrachtauto die op de E17 Gent-Kortrijk in brand staat. Op een viaduct blijf ik even de ramptoerist uithangen en met de telelens kan ik er dan ook nog een foto van schieten.


Na dit spektakel wat aanschouwt te hebben en de brandweer was gearriveerd, ben ik opgestapt voor het laatste stukje naar het Oude Sashuis aan de Leie bij Deinze. Het is het eindpunt dat ik me voorgenomen had. Van hieruit rij ik weer ongeveer dezelfde weg terug naar de veerpont in Breskens. Het cafe is open en een terras is aan de Leie opgesteld. Natuurlijk heb ik nog dorst en hier hebben ze zelfgebrouwen bier. Dat moet ik uiteraard proeven en bij deze temperaturen (inmiddels 28°C) smaakt eigenlijk alles wel. Ik laat me de Schobiak smaken en geniet met volle teugen van deze mooie omgeving en de herinneringen aan een geweldig mooie route.


Aan het tafeltje naast me zitten enkele recreatie fietsers die een tocht hebben gedaan langs de Leie en de Schelde. Zij roemen het mooie gebied dat aan de overzijde van de Leie ligt. Nadat ik het biertje leeggedronken heb stap ik op de brommer. Het is omstreeks half vier maar besluit toch nog even in dat gebied rond te rijden. (Eigenlijk mag dit niet met de brommer, maar op dit tijdstip zitten vele in het café of op het terras). Het is inderdaad wel een mooi gebied met veel recreatiemogelijkheden. Nadat ik een rondje heb gereden en mezelf en de scooter op een vlot de Leie heb over moeten zetten kwam ik weer terug bij het café. Nu geen bier meer en de terugreis aanvaarden. Dichtbij de Belgisch-Nederlandse grens heb ik de scooter ook nog van benzine voorzien en toen naar Breskens. Om 17.40 uur was ik bij de terminal en stond 10 minuten later op de veerpont. Om 18.15 was ik weer thuis en kan ik terugkijken op een schitterende ervaring. Ik denk zeker nogmaals terug te keren naar de omgeving waar ik het doel op had gefocust. Misschien wel een meerdaagse tocht; volgend jaar !





± 180 kilometer